Religies voor Vrede Nederland
  • Home
  • Wie zijn wij ?
  • Historie
  • Activiteiten
  • Nieuwsbrief
  • Beleid
  • Religions for Peace
  • Contact en ANBI
  • RvV Blog

In memoriam Joop Gerritsen, beijveraar voor de ontmoetingsschool

16/4/2018

 
Op 15 januari 2018 overleed Joop Gerritsen op 86-jarige leeftijd.

Joop was een man, die zijn leven inzette voor minderbedeelden en later, als onderwijsadviseur in het Haagse christelijk basis- en voortgezet onderwijs, voor de ontmoetingsschool.
In grote dankbaarheid gedenken wij Joop, die haast zo lang als Religies voor Vrede bestond lid was van onze vereniging. Joop was een beminnelijk mens, die zeer veel om mensen gaf. Hij had een enorme passie voor zijn werk en was een warme persoonlijkheid. Altijd luisterde hij geduldig en vragen of problemen benaderde hij altijd vanuit een positieve instelling. Joop zocht naar de beste oplossingen. Zijn vriendelijkheid en interesse in de ander zijn onvergetelijk. Moge zijn woorden en geestkracht in ons voortleven.

Mirjam Ates-Snijdewind

Vz. Religies voor Vrede


Foto

Afscheidswoorden van Ds. Margreet Klokke bij de uitvaartdienst van Joop Gerritsen 22.1.2018

Welkom,
 
Het is goed, dat u hier bent, nu we afscheid moeten nemen van Johannes Henricus Gerritsen met zijn roepnaam Joop die op 15 januari is overleden, bijna vijf jaar na zijn vrouw Addie, in de leeftijd van 86 jaar. Jullie zijn hier als zijn zoon en schoondochter, Arjen en Sandra. U bent hier zijn broer of zus, zwager of schoonzus, neef of nicht, vriend, vriendin, buurtgenoot, collega, partijgenoot, bondgenoot, kerkvriend of -vriendin.

​Het is goed, dat u hier bent. 
 
In dit huis, waar hij graag kwam, om inspiratie te ontvangen voor zijn altijd strijdbare leven, willen we zijn naam gedenken, zijn leven proberen recht te doen en hem in tastend vertrouwen uit handen geven in de hoede van de Heer, die hemel en aarde…
 
Gebed
 
O God,
Hier zijn wij met onze geraaktheid om iemand die ons leven heeft gedeeld en die er nu ineens niet meer is. Zijn dood maakt een einde aan onze tijd samen en dat roept vragen op:
- hebben we wel gezegd wat er op het laatst gezegd moet worden? -hebben we hem wel gezien voor wie hij was?
- hebben we onszelf aan hem laten zien voor wie we zijn? 
- doen wij elkaar wel recht?
Een afscheid als dit confronteert ons met ons eigen tekort onze eigen     kwetsbaarheid en eindigheid. En daarom is het goed om hier te zijn in uw huis, waar mensen al eeuwen hun rust hebben gevonden onder de blauwe koepel van uw trouw. Mogen wij ons in dit uur opgenomen weten in uw ontferming, door Jezus Christus, onze Heer,
 
AMEN
 
Het moest in Joops afscheidsdienst gaan over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. De stad van God, waar de Eeuwige zelf bij de mensen woont, waar tranen gedroogd worden, waar geen dood meer is, geen rouw en geen jammerklacht. Want dat is daar allemaal van gisteren…
Ik kan mij herkennen in zijn keuze. Als ik zelf had mogen kiezen waar het vandaag over moest gaan, was ik misschien wel bij dezelfde tekst uitgekomen. Hij past bij hem. Ik zie hem als iemand, die altijd een stip op de horizon had.

Een doel, waar hij op gericht was. Een goede zaak, waar hij voor moest strijden. Het Jeugd Kerke Werk. De Martha Stichting. Het christelijk onderwijs. De catecheten opleiding. De cursus Theologische Vorming voor gemeenteleden. De oecumene. De PvdA. De multiculturele samenleving. De kerk in Den Haag. Ik zie hem als iemand, die op de plaats waar hij gesteld was probeerde te bouwen aan het nieuwe Jeruzalem. 

In het boek over zijn leven, dat hij nog nèt met hulp heeft kunnen voltooien, en dat Arjan mij meegaf, na zijn vaders overlijden, vond ik verhalen over drie vormende momenten uit zijn jeugd, die hem weleens zouden kunnen hebben gemaakt tot zo’n man met altijd een stip aan de horizon. 

Het eerste, is het verhaal van zijn allereerste juf op de Prinses Julianaschool. Juffrouw Jautze. Zij kon de verhalen uit de bijbel vertellen, alsof ze er zelf bij was geweest. Spannend waren ze, soms zelfs angstaanjagend. Hij moest er ’s avonds soms diep voor onder de dekens duiken. En hij vond het geweldig, om ze door te vertellen. Met zijn hoofd, door het open raampje, dat uitkeek op de portiek van de Oudemanstraat. Een troepje samengestroomde kinderen luisterde toe. Hier zie je hem al, als iemand die geraakt is, en die geraaktheid wil doorgeven aan anderen.

Het tweede, is het verhaal over de padvinderij, waar Joop rond zijn 8ste jaar lid van werd. In het clubhuis hing een portret van de oprichter, Lord Baden Powell, met daaronder zijn handgeschreven opdracht: Probeer de wereld beter achter te laten dan je haar gevonden hebt. Een spreuk, die Joop kennelijk goed is bijgebleven. 

En het derde, is het verhaal over de poster, die op uw liturgie staat. Het is een verbeelding van een van de ‘four freedoms’ van Franklin Roosevelt, die hing op de werkkamer van zijn baas in de tijd dat hij rijksambtenaar was. De vrijheid van godsdienst. Hij keek er een paar keer per dag naar. De poster raakte op zijn netvlies gebrand. Hij had invloed, op zijn opstelling in de discussie over de multiculturele samenleving.
Door ervaringen als deze is Joop uitgegroeid tot iemand, die altijd een stip had, aan de horizon, een doel waar hij op gericht was, een goede zaak, waar hij voor wilde strijden. Hij heeft wel eens tegen mij gezegd: ‘Addie en ik, we geloofden in de maakbare samenleving. Dat was de basis van ons huwelijk, de dragende grond van ons leven samen.’ En dat herkende ik. Het was een maatschappelijk actief stel, elk op zijn eigen terrain.

De kracht van Joop, zijn doelgerichtheid – die was natuurlijk ook zijn valkuil. Dat is eigenlijk altijd zo, met onze kracht. Die heeft ook een schaduwzijde. Een bepaalde eenzijdigheid. Joop was soms zo met de horizon bezig, dat hij niet zag wat er vlak onder zijn neus nodig was. Arjen vertelde me, dat hij in de familie wel eens wat warmte gemist heeft. Iedereen was met een doel bezig. Er was weinig ruimte, voor gewone onderlinge aandacht en gezelligheid. En ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Ik heb wel eens een bezoek aan Joop gebracht, waarin hij zo aan het praten was over de zaak die hem nu weer bezighield – en dat was in die tijd het seniorenbeleid - dat hij vergat een kopje thee voor me te zetten. Ik vond dat typisch Joop. Wie bezig is met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde denkt niet altijd aan thee.

Je kunt je dan ook heel goed voorstellen, dat de laatste vijf jaren van zijn leven heel moeilijk zijn geweest voor Joop. Het was niet alleen dat hij Addie miste. Hij kreeg ook te maken met allerlei fysieke beperkingen. Hij heeft een tijd niet kunnen lopen en voelde zich ontzettend afhankelijk en gevangen. En daardoor miste hij ook die vertrouwde stip aan de horizon. Hij zei eens tegen me: ‘Ik was altijd op ànderen gericht. Nu moet ik voor mezelf opkomen. Dat pást niet’. In die tijd zag ik zijn oorspronkelijke geraaktheid wel weer naar de oppervlakte komen. Zo herinner ik me, dat ik hem een keer vroeg naar Addie. Hij was toen ineens zwaar ontroerd. Hij zei: ‘Ik moet er steeds aan denken, wat ze zei toen ze zo ziek was’. Wat was dat dan ook weer, vroeg ik? Hij kon niet uit zijn woorden komen. Hij vroeg me om een pen en schreef het op in mijn agenda. ‘Ik voel mij geborgen bij de Eeuwige.’

Toch lukte het hem op een gegeven moment weer, om een strijd te maken van zijn situatie. Zijn leven in een rolstoel werd een strijd voor de vrijheid van de oudere. Ik denk dat ze geen makkelijke cliënt aan hem hebben gehad, in de Zonnebloemstraat. Hij liet de medewerkers van het huis duidelijk merken, dat ze niet zonder kloppen zijn appartement binnen mochten. En dat hij het niet op prijs stelde als er over hem, zonder hem gepraat werd…

De laatste tijd was het zijn boek, dat de stip aan de horizon werd. Het is een beetje zijn testament. Hij roept de lezer eigenlijk op, tot ‘commitment’ aan de publieke zaak. Zoals hij zich daaraan heeft toegewijd, vanuit zijn hervormde kerkgevoel. ‘O kerk’, luidt zijn laatste zin, ‘let op uw zaak! Laat u niet door de geroemde neo-liberale samenleving achter de voordeur stoppen!’ En zo bleef hij naar vermogen bezig, met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

In de tijd dat hij bezig was met dit laatste project is hij erg geholpen. Door mensen die hem trouw bleven bezoeken en hem daar, waar hij er ruimte voor gaf, zorg verleenden. Maar vooral ook door Arjen en Sandra, die zagen dat hij het alleen niet ging redden. Die begrepen hóe belangrijk dit laatste project voor hem was. En toen Hanneke Schmeets inschakelden. Deze hulp in Joops moeilijkste tijd – die past vind ik bij het visioen dat hem zo gedreven heeft. Want ook al is het een visioen dat je op weg wil doen gaan en je een stip aan de horizon wil geven om je op te richten, het kan ook naar je toe komen. Het kan je ook gegeven worden, al is het maar soms even, zonder dat je er zelf altijd maar keihard aan moet werken. Staat er niet: Het nieuwe Jeruzalem daalt uit de hemel neer, bij God vandaan? Je hoeft het niet alleen te doen. Je kunt ook bij het komen van Gods Koninkrijk betrokken zijn als ontvanger. Er zijn altijd reisgenoten, die je rouw zien, je jammerklacht en je pijn horen en er iets mee doen. Die je tranen van je ogen vegen. Als ze dat doen, dan is God er even, vlak voor je neus. In het hier en nu. In de liefde, die je – hoe onhandig soms ook gegeven – ontvangt. En ‘God bij de mensen’, dat ìs het nieuwe Jeruzalem…

Joop zag niet altijd, wat er voor zijn neus gebeurde. Maar dit heeft hij vermoedelijk wel opgemerkt. De laatste keer dat ik bij hem was, hadden we een heel kort gesprek. ‘Zijn dit nu de laatste dagen?’ ‘Ja’. ‘Is de goede strijd gestreden?’ ‘Ja’. ‘Ben je bang, voor wat komt, of heb je vertrouwen?’ Hij probeert overeind te komen. Spant zijn zwakke stem aan. En zegt: ‘Ik voel mij geborgen bij de Eeuwige’ ‘Wil je dan de zegen ontvangen?’ ‘Ja’. Hij wòrdt gezegend, en sluit, ontspannen, zijn ogen. Hij die op de troon zat, zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ … Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron die leven geeft. … Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn.

Mogen wij daarop vertrouwen. Dat Joop als een kind zo veilig geborgen is bij de Eeuwige. Door Christus, onze opgestane Heer. Amen.

Woorden uitgesproken door Bart ten Broek, tot januari 2018 secretaris van United Religions Initiative Nederland,
tijdens de uitvaartdienst van Joop Gerritsen 22.1.2018

 Voor mij horen bij Joop de woorden ont-moeten, ont-moeting

Ik weet niet meer, wanneer wij elkaar voor het eerst zijn tegengekomen. Dat zal, denk ik, ongeveer 1980 geweest zijn. Ik was directeur van een protestantschristelijke basisschool in Ede met een opdracht van het ministerie om zichtbaar te maken hoe kinderen van culturele minderheden, zoals zij toen werden genoemd, hun plek zouden kunnen hebben in de christelijke school.

De komst van deze kinderen deed enige onderwijsorganisaties besluiten daarover met elkaar in gesprek te gaan. Ik kwam daarbij, als directeur van een school die al enige ervaring had en deze naar buiten bracht. Ik werd gevraagd door de protestant-christelijke onderwijsvakbond, samen met Evert de Jong. Joop nam deel vanuit het Christelijk Pedagogisch Studiecentrum. De eerste actie werd een groots opgezette bijeenkomst in Utrecht voor onderwijsgevenden in het protestantschristelijk onderwijsveld. Zij kwamen in groten getale daarheen, in 1981 en zo werd de Stuurgroep pc-onderwijs en Culturele Minderheden geboren.

Het is voor mij een reden om daarom hier vandaag tijdens zijn uitvaart mijn grote waardering en erkenning uit te spreken. Joop was degen in de Stuurgroep die de toon zette, Hij had oog voor een samenleving die sterk begon te veranderen door de gezinsherenigingen van zgn. gastarbeiders die blijvers leken te gaan worden. Hij zag de wenselijkheid van een oefenen in samenleven in van mensen met andere geloven met hen die staan of stonden in het traditioneel christelijke geloof in Nederland. Met een enorme inzet heeft hij het onderwijsveld aangereikt hoe dat zou kunnen. Zo maakte hij de wegenkaart van de ontmoeting en zocht partners uit diverse velden van de samenleving om deze pedagogisch, didactisch en theologisch te ondersteunen.
​
Ik weet niet, of Joop zelf het woord ont-moetingsonderwijs heeft gepropageerd. Hij werd wel het levende symbool daarvoor.
Joop werkte daaraan in Den Haag en voor het CPS in het hele land. Ik deed dat als directeur van een ontmoetingsschool in Ede.
Vanuit de Stuurgroep werd de zichtbaarheid van het ontmoetingsmodel van mijn school in een verslag aan Staatssecretaris Van Leijenhorst aangeboden. En dat onder de bezielende leiding van Joop.
 
Vele keren ben ik in de tachtiger jaren vanuit Ede naar Den Haag gekomen om met de Stuurgroep, en later het PC Platform Intercultureel Onderwijs te vergaderen. Ook was hij mijn raadsman en vertrouweling, toen de school in Ede in 1990 een christelijke-islamitische samenwerkingsschool werd en buiten de PC Besturenraad kwam te staan.

Toen gezondheid mij noopte de school in Ede te verlaten ik in 2001 in Den Haag terecht kwam, was het Joop die mij op het spoor bracht van een functie om te onderzoeken wat scholen, moskeeën, mandirs en kerken aan elkaar zouden kunnen hebben, of niet. Vanuit de classis van de gereformeerde kerken kwam ik in dienst bij STEK in oprichting.

Joop begeleidde het project en vroeg mij tegelijkertijd deel te nemen in het IKOS-overleg (Interkerkelijk Overleg en Schoolzaken). Met moslims, met hindoes en humanisten werd daarin samengewerkt hoe het godsdienst vormend onderwijs op openbare scholen zodanig geregeld zou kunnen worden dat niemand over het hoofd zou worden gezien.

Joop was een visionair. Joop begreep dat het onderwijs een belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan een multiculturele samenleving, waarin je met verschillen je toch verbonden kunt gaan voelen met elkaar. Joop heeft daarover veel geschreven en gesproken. Toen ik gisteren door een aantal daarvan heen las, constateerde ik, dat het onderwijsveld van vandaag nog heel veel waardevolle wijsheid en inzichten van hem zouden kunnen gebruiken. Eigenlijk waag ik te zeggen, dat het zelfs wenselijk zou zijn om zijn visie op intercultureel ontmoetingsonderwijs nog eens serieus door te nemen en te verwerken in het onderwijsaanbod.

In de gesprekken die ik de laatste twee jaren met Joop had, was er in hem nog steeds dat vuur, het geloof, dat mensen met een geloof, of levensbeschouwing in de ont-moeting elkaar kunnen vinden in verbondenheid en dat het onderwijs daarin een belangrijke schakel kan zijn.
Ik ben blij dat ik Joop gekend heb en zijn verhaal, ook met het boek van vandaag, doorgaat. En ik spreek ook dank uit voor zijn werk dat velen in en om het onderwijs inspireerde en activeerde!

Via Ad de Gruijter die in het Haagse aan het materiaal voor het ontmoetingsonderwijs, samen met Joop en anderen, meewerkte, werd een gevleugelde uitspraak van Joop door Abdulwahid van Bommel, aangereikt die ik tegelijk herkende, toen ik deze las!

​Na soms spannende vergaderingen, zei Joop meer dan eens:

“Wij zullen vergaderen tot wij vergaderd worden”

Dat is nu gebeurd.
 
Dankjewel, Joop, wat je ons doorgaf, naliet en via jouw boek zal voorhouden. Wij vergaderen nog even door!
Met hoop!!
 
Bart ten Broek

    Archieven

    Mei 2021
    Februari 2021
    Juni 2020
    Mei 2020
    Oktober 2019
    September 2019
    Augustus 2019
    Februari 2019
    November 2018
    Juni 2018
    April 2018
    Februari 2018
    December 2017
    November 2017
    Augustus 2017
    Juli 2017
    Juni 2017
    April 2017
    Maart 2017
    Augustus 2016
    November 2015
    September 2015
    Februari 2014
    Augustus 2013
    Februari 2013
    Maart 2003
    November 2001

    ​Categorieën

    Alles
    Dialoog
    Inspirerend
    Interviews
    Liefdadigheid
    Media
    Symposia

Foto
Copyright© 2022 Religies voor Vrede
  • Home
  • Wie zijn wij ?
  • Historie
  • Activiteiten
  • Nieuwsbrief
  • Beleid
  • Religions for Peace
  • Contact en ANBI
  • RvV Blog